Vroege Geschiedenis van de Hervormde Gemeente Oude Pekela
De locatie van het huidige Oude Pekela lag voor de ontginningen vanaf de 16e eeuw in een moerassig en onherbergzaam gebied, het Boertanger moeras. Dit hoogveen gebied werd langs de vele riviertjes, in de dalen, toen reeds bewoond door enkele veehouders. Dit kan worden afgeleid uit de vondsten van haardkuilen die bij opgravingen in de jaren 1980-1990 aan het licht kwamen.
Middeleeuwen
In de loop van de 8e eeuw veroveren de Frankische koningen de noordelijke kustgebieden. Koning, later keizer, Karel de Grote verdeelt het land in gouwen en stelt ze onder leiding van een (gouw) graaf. De namen van deze gouwen leven nog altijd voort in streeknamen als Hunsingo en Fivelingo. Ook geeft Karel bevel om de bevolking te kerstenen. Hiervoor bereist de missionaris Liudger vanaf 786 de noordelijke kustgebieden. Hij stuit op veel weerstand, maar zijn werk houdt stand. In 805 wordt hij bisschop van Münster. Vandaar dat de Ommelanden eeuwen tot het wereldlijk en kerkelijk gezag van dit bisdom hebben behoord.
Het gebied ten noorden van het huidige Oude Pekela en Winschoten werd in de late middeleeuwen getroffen door een overstroming van de Dollard. Tussen het einde van de 13e eeuw en 1509 is dit gehele cultuurlandschap “verdronken”. De bewoners van het overstroomde gebied, vestigden zich aan de randen van de overspoelde Dollard. Door deze gebeurtenis vindt er een reorganisatie binnen de verschillende bisdommen plaats. De kerken van het Reiderland: Westerlee, Winschoten, Beerta, Blijham en Bellingwolde worden in 1391 in het bisdom Osnabrück, onder bisschop Bietrichvon Horn, gebracht. Bij de reorganisatie van de katholieke kerk in 1559 kwamen de kerspels van de bisdommen Osnabrück, Münster en Utrecht onder gezag van het nieuw opgerichte bisdom Groningen.